Toernooireglement 2014

1. Er wordt gespeeld in de LiSB-leeftijdscategorieën A t/m H. Er worden per groep 7 rondes volgens het Zwitsers systeem op weerstandspunten gespeeld. Bij een te laag aantal deelnemers kunnen groepen worden samengevoegd en/of een halve of hele competitie gespeeld worden. Bij de eindstand worden samengevoegde groepen weer gesplitst.
2. Iedere deelnemer speelt in de groep van zijn eigen leeftijdscategorie (hoger mag).
3. Het tempo bedraagt 10 minuten p.p.p.p.
4. Er wordt gespeeld volgens de Fide regels voor het schaakspel, aanhangsel B: Regels voor Snelschaak, maar zonder het directe verliezen i.g.v. een onreglementaire zet (A4b). Dit reglement is aanwezig in de speelzaal. In onvoorziene situaties beslist de hoofdarbiter. De belangrijkste punten zijn:
1. Aanraken is zetten, en loslaten is gezet.
2. Een onreglementaire zet verliest niet: de onreglementaire zet moet in de eigen tijd worden teruggenomen en worden vervangen door een reglementaire zet. Onreglementaire zetten die niet voor het spelen van de volgende zet opgemerkt worden door de spelers of wedstrijdleider worden niet meer teruggenomen.
5. Het is niet mogelijk om remise te claimen als de tegenstander enkel op tijd probeert te winnen.
6. Je hoeft niet te noteren
7. Na elke ronde geef je de uitslag door aan de wedstrijdleider, beide spelers zetten hun stukken op.
8. De verzuimtijd, als bedoeld in artikel 6.7 is gelijk aan de maximale bedenktijd. Dit betekent dat bij te laat komen voor een partij de klok door de wedstrijdleider gestart wordt, maar dat er verder geen consequenties zijn. Als de vlag gevallen is voordat een te laat komende speler op zijn plek zit wordt de uitslag een reglementair verlies.
9. Als ten aanzien van artikel 11.3.b geconstateerd wordt dat een speler een mobiele telefoon of andere elektronische communicatiemiddelen meegenomen heeft naar het spelersgebied, dan krijgt hij in principe de eerste keer een waarschuwing. Bij herhaling kan de wedstrijdleider een straf opleggen overeenkomstig artikel 12.9. Dit kan betekenen dat de partij verloren wordt verklaard.
10. Tegen een beslissing van de wedstrijdleider kun je een protest indienen bij de hoofdarbiter. Dat moet wel meteen gebeuren. Diens uitspraak is definitief.
11. De volgorde voor de plaatsen in de eindstand per leeftijdscategorie wordt achtereenvolgens bepaald door:
    1. het hoogste aantal wedstrijdpunten,
    2. het hoogste aantal weerstandspunten,
    3. de score volgens Sonneborn-Berger, 
    4. het resultaat van onderling gespeelde partij(en), 
    5. de progressieve score, 
    6. aantal keren gewonnen met zwart (meeste winst met zwart is winnaar), 
    7. aantal keren gespeeld met zwart (meest met zwart gespeeld is winnaar), 
    8. loting.

Voor de duidelijkheid wijzen we ten slotte ook op artikelen 12.7 en 12.8:

• Omstanders mogen zich niet bemoeien met de partijen. Als ze een onregelmatigheid opmerken mogen zij dit niet met de spelers delen. Omstanders kunnen wel onopvallend de wedstrijdleider hierop attenderen.
• Ook omstanders mogen geen mobiele telefoon of andere elektronische communicatiemiddelen bij hebben zonder toestemming van de arbiter. Ook op trilstand kan het afgaan van een mobieltje de spelers storen.